top of page
Zoeken

Spelen en werken – over nut en zin.

We hadden, samen met de ouders, het plein een opknapbeurt gegeven. Verhaalde Tom Pellis (directeur basisschool) tijdens een bijeenkomst van het Bloggerscollectief:  Hinkelbanen geschilderd etc. Aan het eind hadden we nog wat verf over, en een van de moeders zei: Kom, dan maken we hier nog wat gekleurde vlekken, gewoon voor de lol. En, drie keer raden op welk gedeelte van het schoolplein het meest gespeeld wordt? Juist, op de gekleurde vlekken!


Een mooie observatie: Kinderen kiezen graag voor een plek waar ze zelf creatief kunnen zijn, kunt bedenken wat de vlekken zouden kunnen voorstellen en hoe die onderdeel van het spel uit gaan maken. Een behoefte van de leerlingen waar –gelukkig- steeds meer oog voor is. Veel scholen zijn bezig de speelplaats van een betegeld, overzichtelijk, voorbedacht plein naar een avontuurlijk, groener en ja, onoverzichtelijker plein te maken.


En toch lijkt spelen het ondergeschoven kindje in het onderwijs. Bij de woorden spel en spelen zie je dan ook een interessante dynamiek optreden. Spel in hoeken wordt al snel hoekenwerk genoemd. Als om te onderstrepen dat we niet frivool spelend onze tijd en de tijd van onze kinderen verkwisten. Of we hebben het, zoals hierboven, over spelend leren. Met de nadruk op het laatste woord. Spel op zich is blijkbaar niet genoeg, er zijn extra woorden nodig om het nut duidelijk te maken. Terwijl er toch veel voor spel te zeggen valt. Ten eerste levert spel levert namelijk plezier op, het is leuk om te doen, het ontspant, en brengt mede daardoor op nieuwe ideeën. Daarnaast is spelen is een manier om iets werkelijk te doorgronden. Niet meteen de eerste optie voor waar aan te nemen, maar daar voorbij of van een andere kant bekijken, welke informatie daar te halen valt. Invalshoeken opzoeken en vergelijken. (Oude) overtuigingen tegen het licht houden. Door middel van spel kun je (nieuwe) vaardigheden oefenen, ideeën opdoen, je dingen fysiek eigen maken. Maar de uitdrukkingen ‘kinderspel’ en ‘het is maar een spelletje’ doen hier geen recht aan.


Het woord werk heeft dat imago probleem niet. De scheiding tussen werk en spel lijkt een tegenstelling die zó in onze cultuur ingebed is dat we het vaak niet eens meer merken. Waar werk je tot een serieuze en belangrijke deelnemer aan de maatschappij maakt, wordt spel vaak gezien als ‘leuk’, maar onbetekenend en onproductief. Maar daarmee doen we spel tekort en tillen we tegelijkertijd werk te hoog op het paard. Ja, werk is nuttig, zorgt –minimaal- voor brood op de plank. Maar werk is niet per definitie intrinsiek waardevol of betekenisvol. Het kan ook van geestdodende saaiheid zijn. Als jij niet gevoed word door je werk, je jezelf teveel in moet leveren, ligt het gevaar op de loer dat je ‘gewoon lesboer’ wordt. Je doet wat je moet doen, de jeu is ervan af. Daarmee doe je jezelf en de kinderen tekort. Er mag dus aandacht zijn voor het ‘eigene’, het creatieve aspect van werk, juist dat aspect waar jouw unieke inbreng het verschil maakt. Wie ben jij dan, als juf of meester? Dat is de basis. Dat maakt jouw werk tot werk wat jij leuk vindt, dat bij jou past en waarmee jij iets positiefs aan deze wereld bijdraagt. Spelend werken als het ware.


De vraag naar het nut van spel en de verhouding tot werk kan ik dan ook niet vinden in het tegenover elkaar zetten van deze begrippen en wat ze opleveren, maar juist in het laten samenvloeien van deze begrippen. Een idee dat ik opgedaan heb door het boek Heel je leven van Piero Ferruci, dat ik deze vakantie las. Een -ietwat gedateerd-  boek waarvan de inhoud zijn waarde nog zeker niet verloren heeft. Hij stelt dat werk en spel gezien zouden kunnen worden als twee uiteinden van een spectrum, tegenovergestelde polen. Je kunt ervoor kiezen om je helemaal onder te dompelen in een pool: Je bent een werker en je kunt of wilt niet spelen. Of je kunt ervoor kiezen om deze dualiteit te overstijgen. Ferruci zegt hierover:


Wanneer we de twee polen van een tweedeling steeds zorgvuldiger onderzoeken, gaan we inderdaad inzien dat het contrast ertussen vermindert. Zoals de twee zijden van een gotische boog, lopen zij geleidelijk omhoog en naar elkaar toe, tot zij samenkomen en versmelten in synthese. Zodat het geheel meer kan zijn dan de som der delen.


Ik denk dat dat waar is, maar hoe werkt dat dan? Een antwoord vind ik bij de TedTalk van Stuart Brown, (arts, psychiater en klinisch onderzoeker) en een groot voorstander van spelen, ook door volwassenen. Volgens hem is er niets dat de hersenen meer stimuleert dan spelen.


Hij vertelt dat hij, door het bestuderen van de massamoordenaar Charles Whitman, erachter kwam dat er zoiets bestaat als een ‘severe play deprivation’. Een woord om te onthouden. De onderzoekscommissie concludeerde aan het eind van deze studie dat ‘het ontbreken van spelen en een progressieve onderdrukking van de normale spelontwikkeling hem kwetsbaarder gemaakt had voor het plegen van deze tragedie’. Een conclusie die we zeker niet licht mogen nemen in het kader van de gewelddadige gebeurtenissen de afgelopen tijd.

Aan de hand van de uitkomsten van een experiment met twee groepen ratten legt hij vervolgens uit hoe belangrijk spelen is. De eerste groep bestaat uit spelende ratten (ze piepen, stoeien en pakken elkaar vast), de tweede groep speelt niet. Vervolgens wordt er een halsband met kattengeur tussen de ratten neergelegd.


Brown: ‘Alle ratten verstoppen zich. De niet-spelers zullen nooit meer uit hun schuilplaats komen en sterven. Maar de spelers zullen langzaam hun omgeving gaan verkennen en nieuwe dingen uitproberen. Dat zegt voor mij dat spel erg belangrijk is voor ons overleven. Het leven wordt beter en energieker door spelen. Het tegenovergestelde van spelen is niet werken, maar depressie.’


Spelen stimuleert dus de creativiteit, en maakt energie los. De vraag is natuurlijk hoe we bewust gebruik kunnen maken van de energie die loskomt door te spelen. Volgens Brown is dit vrij simpel te achterhalen: Je gaat zo ver mogelijk terug in je herinnering naar het meest heldere, vrolijke, speelse beeld dat jij hebt van jezelf. Bijvoorbeeld je favoriete speelgoed, een verjaardag of vakantie. En dan leg je vanuit die emotie van dat beeld de verbinding naar je huidige leven. Is deze ‘factor’ ook aanwezig in je huidige baan? Dan zit je goed en zou je die factor uit kunnen bouwen om meer energie van je werk te krijgen, het ‘risico’ op flow te vergroten. Mis je deze factor? Ga op zoek naar een andere baan of kijk wat de mogelijkheden zijn binnen je huidige baan.


Een interessante gedacht, dus ik neem de proef op de som: Vroeger mocht ik graag bezig zijn met puzzelen, lezen en ja, schooltje spelen. Al googelend kom ik erachter dat lezen je het vermogen geeft om je in andere werelden in te leven en je voor te stellen hoe het anders zou kunnen zijn. Ja, dat geeft mij in mijn huidige werk als coach/trainer de drive om veranderingen mede vorm te geven, de huidige realiteit niet als vaststaand eindstation te zien. Puzzelen gaf mij het vertrouwen dat al die kleine stukjes toch echt één geheel vormden, dat het plaatje compleet te krijgen was. Ook al zag ik het niet direct (Grote ergernis: puzzels waar een stukje van miste). Ja, die kwaliteit zet ik vooral coachend in om uit te puzzelen hoe iets (team/organisatie) of iemand in elkaar zit, en zoals nu, al puzzelend aan een blog over spel. En schooltje spelen, tsja, ik draag graag kennis over. Voor mij klopt het in grote lijnen. Nu kijken hoe ik dat uit kan bouwen!


Terug naar spel en de zin en/of functie die het in een menselijk leven kan hebben. Mijn puzzel ‘spel-en –werk’ laat tot nu toe het volgende beeld zien: In spel doe je een breed scala aan ervaringen op. Datgene wat je bevalt doe je vaker en leidt tot een bepaald begrip of bepaalde vaardigheid/handigheid ergens in. En omdat dat is wat bij jou past, eigen is, ontkiemen daar de zaadjes die uitgroeien tot de kwaliteiten die je later in je werk van pas komen. En speel je dus niet, of met een strak (door anderen) vooropgesteld doel voor ogen, mis je misschien juist díe oefening om goed te worden in de functie die écht bij jou past. Werk dat jou voedt, een completer mens maakt. Zo bezien liggen werk en spel in het verlengde van elkaar, en maakt ook direct helder waarom het van belang is voor volwassenen om te blijven spelen: Je geeft nieuwe kwaliteiten de gelegenheid te ontkiemen, je blijft creatief en in beweging.


Ik denk dat het tijd is voor een brede maatschappelijke herwaardering van spel, dat het tijd is om meer spelend te leren en spelend te werken. De flow op te zoeken. Waar dat voor jou ligt? Vertel me wat je speelde en ik zal je zeggen wie je bent…


Dit artikel verschijnt ook in het vijfde magazine (van platform hetkind) met als thema SPEeL-ruimte.

53 weergaven
bottom of page